• be·ta·la
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord tala met het voorvoegsel be-

betala

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast betale, zie aldaar

betala

  1. verleden tijd van betala
  2. voltooid deelwoord van betala

betala

  1. gebiedende wijs van betala

betala

  1. verleden tijd van betale
  2. voltooid deelwoord van betale

betala

  1. gebiedende wijs van betale


  • be·ta·la
  • Afleiding van het Zweedse werkwoord tala met het voorvoegsel be-
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
betala
betalade
betalad
volledig supinum
betalat

betala

  1. betalen
    «Jag betalade för datorn direkt i affären.»
    Ik betaalde de computer meteen in de winkel.