betaalde terug
- be·taal·de te·rug
vervoeging van |
---|
terugbetalen |
betaalde terug
- enkelvoud verleden tijd van terugbetalen
- Ik betaalde terug.
- Jij betaalde terug.
- Hij, zij, het betaalde terug.
- Ik betaalde terug.
- Het woord betaalde terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.