Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·taal·de

Bijvoeglijk naamwoord

betaalde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van betaald
     Voor een betaalde baan had ze geen tijd.[1]

Werkwoord

vervoeging van
betalen

betaalde

  1. enkelvoud verleden tijd van betalen
    • Ik betaalde. 
    • Jij betaalde. 
    • Hij, zij, het betaalde. 
  2. verbogen vorm van betaald, voltooid deelwoord van betalen

Verwijzingen