bestickering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·stic·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling bestickeren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bestickering | bestickeringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bestickering v
- het beplakken van iets met plakplaatjes
- ▸ De nieuwe auto van Scuderia Toro Rosso, de STR11, is nog niet helemaal klaar. Omdat de deal met Ferrari pas laat beklonken werd, heeft Toro Rosso alles op alles moeten zetten om de bolide op tijd rijklaar te maken. Daardoor is het team niet toegekomen aan de bestickering van de wagen. Sainz rijdt op 22 en 24 februari zijn eerste rondjes in principe in een kale, blauwe auto. Verstappen maakt op 23 en 25 februari zijn opwachting.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bestickering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Teambaas waarschuwt Verstappen voor valkuilen tweede jaar” (Dinsdag 16 februari 2016, 18:43), NOS