bestempelen
- Geluid: bestempelen (hulp, bestand)
- be·stem·pe·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bestempelen |
bestempelde |
bestempeld |
zwak -d | volledig |
bestempelen
- overgankelijk ergens een stempel opzetten
- Die stukken waren duidelijk bestempeld met het officiële stempel "confidentieel".
- overgankelijk overdrachtelijk: iets of iemand -al of niet terecht- in een bepaalde categorie plaatsen
- Hij werd in dat programma als een mogelijke kandidaat bestempeld.
- ▸ Maar ja, met de beste wil van de wereld kon je deze dag niet als een normale dag bestempelen.[1]
- Het woord bestempelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bestempelen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be