bestempelde
- Geluid: bestempelde (hulp, bestand)
- be·stem·pel·de
vervoeging van |
---|
bestempelen |
bestempelde
- enkelvoud verleden tijd van bestempelen
- Ik bestempelde.
- Jij bestempelde.
- Hij, zij, het bestempelde.
- Ik bestempelde.
- ▸ De stralende blik in zijn ogen toen hij het horloge zag, bestempelde geld tot niets meer dan een simpel betaalmiddel.[1]
- verbogen vorm van bestempeld, voltooid deelwoord van bestempelen
- Het woord bestempelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.