Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·steed·de uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitbesteden

besteedde uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitbesteden
    • Ik besteedde uit. 
    • Jij besteedde uit. 
    • Hij, zij, het besteedde uit. 


Gangbaarheid