besteedde
- be·steed·de
vervoeging van |
---|
besteden |
besteedde
- enkelvoud verleden tijd van besteden
- Ik besteedde.
- Jij besteedde.
- Hij, zij, het besteedde.
- Ik besteedde.
- Het woord besteedde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.