• be·spreekt na
vervoeging van
nabespreken

bespreekt na

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabespreken
    • Jij bespreekt na. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nabespreken
    • Hij bespreekt na. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van nabespreken
    • Bespreekt na!