• be·spied
  • vervoeging van bespieden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
bespieden

bespied

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespieden
    • Ik bespied. 
  2. gebiedende wijs van bespieden
    • Bespied! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespieden
    • Bespied je? 
vervoeging van: bespieden…
verbogen vorm: bespiede

bespied

  1. voltooid deelwoord van bespieden