besmettingsgevaar

  • be·smet·tings·ge·vaar
enkelvoud meervoud
naamwoord besmettingsgevaar besmettingsgevaren
verkleinwoord

het besmettingsgevaaro

  1. (medisch) het (grote) risico dat men besmet kan raken
    • Het besmettingsgevaar werd met het verstrijken van de tijd veel groter.