beslissingsvrijheid

  • be·slis·sings·vrij·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord beslissingsvrijheid beslissingsvrijheden
verkleinwoord

de beslissingsvrijheidv

  1. het gerechtigd zijn om zelf besluiten te nemen
     Het 'System Suder', zoals het weekblad Der Spiegel de personeelsorganisatie van de staatssecretaris noemt, breidde zich gaandeweg uit. Nu wordt Suder ervan beschuldigd vriendjespolitiek bedreven te hebben. Ook zouden de externe consultants te veel beslissingsvrijheid hebben gekregen, zo blijkt uit onderzoek van het blad.[1]
     De afgelopen tijd zijn Duitse parlementariërs benaderd door Duits-Turkse organisaties om tegen te stemmen. De Bondsdag-voorzitter begon vanochtend met het veroordelen van intimidatie en pogingen de beslissingsvrijheid van parlementariërs in te perken. Daarop volgde een lang applaus, zegt correspondent Judith van de Hulsbeek.[2]


  1.   Weblink bron
    Sarah Sramota
    “EU-Commissievoorzitter Von der Leyen op het matje vanwege ‘Berateraffaire’” (Donderdag 13 februari 2020, 16:37), NOS
  2.   Weblink bron “Bondsdag erkent Armeense genocide, Turkije roept ambassadeur terug” (Donderdag 2 juni 2016, 12:54), NOS