• be·sø·ker
Naar frequentie 4212

besøker

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van besøke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   besøker     besøkeren     besøkere     besøkerne  
genitief   besøkers     besøkerens     besøkeres     besøkernes  

besøker, m

  1. bezoeker
    «Da det fortsatt er behov for en del besøkere, kan nye besøkere melde seg under møtet i kveld.»
    Omdat er nog een aantal bezoekers nodig is, kunnen nieuwe bezoekers zich tijdens de bijeenkomst vanavond aanmelden.



  • be·sø·ker
  • Nynorske werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-

besøker

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van besøka

besøker

  1. zwakke verbuiging tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van besøke