beroepsarbeid
- be·roeps·ar·beid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsarbeid | |
verkleinwoord |
de beroepsarbeid m
- werk waarvoor loon of salaris wordt ontvangen; betaald werk
- Na de oorlog kwamen vier kisten met 200 boeken terug en in 2003 nog een ander deel uit Moskou. Onder de stukken zit onder meer 'Beroepsarbeid der gehuwde vrouw' uit circa 1921 van de Groningse juriste Betsy Bakker-Nort, die later lid van de Tweede Kamer werd. [2]
- De regering zal voorts een nieuwe WAO-regeling voorstellen waarbij arbeidsgeschiktheid en reïntegratie van werknemers centraal staan. Bij de werkloosheidsregelingen behoren de prikkels tot deelname aan beroepsarbeid voorop te staan. Voorzieningen gericht op scholing worden niet aangetast. Ontslagvergoedingen en bovenwettelijke uitkeringen zullen worden verrekend met de werkloosheidsuitkering. [3]
- Gezien de grote achterstelling van de vrouw bij het verrichten van beroepsarbeid, kunnen we constateren, dat de vrouw in onze maatschappij niet volledig participeert. [4]
- Het woord beroepsarbeid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 3 DECEMBER 2015 Door nazi's gestolen boeken vrouwenhistorie terug in Amsterdam
- ↑ NRC 21 september 2004 De Troonrede
- ↑ NRC 29 november 2010 Werk gehuwde vrouw