Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • berg·om·ge·ving
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bergomgeving bergomgevingen
verkleinwoord bergomgevinkje bergomgevinkjes

Zelfstandig naamwoord

de bergomgevingv

  1. een landschap met bergen en rotsen
     Het café zag er in al zijn exotische alledaagsheid uit als een filmcoulisse, vlak boven zijn hoofd hing een opgezet hert, schilderijen met dieren in een bergomgeving aan de gelambriseerde muren, het publiek zag eruit als figuranten in een film, sterke vrouwenarmen die overvolle dienbladen droegen met halveliterglazen bier alsof ze alleen maar melk voor de koffie rondbrachten, het geroezemoes van de vreemde taal, iemand aan een naburig tafeltje vertelde heel luid een verhaal waar hij natuurlijk geen woord van begreep maar toch om lachte toen de toehoorders in lachen uitbarstten, zich op de knie sloegen en hun schuimende bierglazen ophieven.[1]
     Let wel op: je komt niet zomaar in aanmerking voor de baan. Zo verwacht de vereniging dat kandidaten ‘essentiële kennis’ van de bergomgeving hebben, in het bezit zijn van een EHBO-diploma én een universitair diploma als berghutwacht. Misschien moet je nog even de boeken in duiken, dus.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  2.   Weblink bron
    Wouter Peer
    “Gezocht: berghutwacht in de Alpen op 3450 meter hoogte” (12-10-2021), Tubantia