• berg·etap·pe
enkelvoud meervoud
naamwoord bergetappe bergetappen
bergetappes
verkleinwoord bergetappetje bergetappetjes

de bergetappev / m

  1. (wielrennen) eendaagse wielerwedstrijd door de bergen die deel uitmaakt van een meerdaagse wedstrijd
     In de zware heuveletappe van vrijdag - waarvan je ook kan zeggen dat het een listige bergetappe was - ontstond al vroeg op de dag een vluchtgroep van twaalf man. Het peloton liet de mannen al vrij snel fietsen en de voorsprong liep op het hoogtepunt op naar twaalf minuten. Vrij snel was duidelijk dat de ritwinnaar uit die kopgroep zou komen.[2]
     Tadej Pogacar heeft de eerste bergetappe van de Tour de France gewonnen. De 23-jarige Sloveen was op La Planche des Belles Filles de sterkste. Enkele meters voor de eindstreep fietste hij Lennard Kämna en Jonas Vingegaard voorbij.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Bergkoning Bouwman pakt tweede Giro-zege en is zeker van blauwe bergtrui” (Vrijdag 27 mei 2022, 16:58), NOS
  3.   Weblink bron “Tweede ritzege op rij voor Pogacar, Sloveen ook sterkste op La Planche” (Vrijdag 8 juli 2022, 17:19), NOS