• be·pruikt
  • vervoeging van bepruiken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend
onverbogen bepruikt
verbogen bepruikte
partitief bepruikts

bepruikt

  1. een kunstmatig haarstuk dragend
     Margaret Keane werd intussen steeds meer een gevangene. Van de leugen waarmee ze aanvankelijk onder grote druk had ingestemd én van haar huwelijk. Maar als de blond bepruikte Amy Adams soms even kans ziet de tragische dilemma’s van haar personage voelbaar te maken, komt Christoph Waltz alweer snel door het beeld heen walsen (waltzen?).[1]
     De opkomst is een koningin waardig. Beyoncé met haar gevolg op metershoge videos, bepruikt en bepoederd. Alsof ze een achttiende-eeuwse royalty is in plaats van een 21ste-eeuwse megaster met de vlammenwerpers en de attitude van nu: 'Bow down bitches' (m/v)[2]
vervoeging van
bepruiken

bepruikt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepruiken
    • Jij bepruikt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bepruiken
    • Hij bepruikt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bepruiken
    • Bepruikt! 
vervoeging van: bepruiken…
verbogen vorm: bepruikte

bepruikt

  1. voltooid deelwoord van bepruiken


65 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    MARCO WEIJERS
    “Filmrecensie: Big eyes” (05 feb. 2015), De Telegraaf
  2.   Weblink bron
    Pablo Cabenda
    “'Je snakt naar meer dan seks, seks, seks bij Beyoncé' (***)” (19 maart 2014), de Volkskrant
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be