bepoederd
- be·poe·derd
- vervoeging van bepoederen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | |
---|---|
onverbogen | bepoederd |
verbogen | bepoederde |
bepoederd
- voorzien van een laagje poeder
- ▸ De soupers aan het hof beginnen me behoorlijk de keel uit te hangen. Niet alleen omdat ze eindeloos duren, of omdat we ons moeten onderwerpen aan de laatste modes zoals bepoederde gezichten, martelend strakke, met edelstenen bezette kapsels als ramshoorns, zijden gewaden waarvan de mouwen zo krap zitten dat het bijna onmogelijk is om een lepel naar onze zorgvuldig gekleurde lippen te brengen... Nee, het ergst zijn de roddels, het kwaadaardige gegons van wespen die hun giftige angels maar al te graag in welke tere huid dan ook steken.[1]
1.
vervoeging van: | bepoederen… |
verbogen vorm: | bepoederde |
bepoederd
- voltooid deelwoord van bepoederen
- Het woord bepoederd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477