bepoederde
- Geluid: bepoederde (hulp, bestand)
- be·poe·der·de
vervoeging van: | bepoederen… |
bepoederde
- verbogen vorm van bepoederd, voltooid deelwoord van bepoederen
bepoederde
- verbogen vorm van de stellende trap van bepoederd
vervoeging van |
---|
bepoederen |
bepoederde
- enkelvoud verleden tijd van bepoederen
- Ik bepoederde.
- Jij bepoederde.
- Hij, zij, het bepoederde.
- Ik bepoederde.
- Het woord bepoederde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.