bepantseren
- Geluid: bepantseren (hulp, bestand)
- be·pant·se·ren
bepantseren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bepantseren |
bepantserde |
bepantserd |
zwak -d | volledig |
- voorzien van een beschermend pantser
- ▸ Holleeder: "Nadat Cor [van Hout, red.] was neergeschoten, heb ik mijn Golf laten bepantseren. Ik ben me gaan beveiligen, maar werd niet paranoïde. Ik ben een nuchter denkend iemand."[2]
- ▸ Ondanks de crisis in Brazilië worden er steeds meer kogelwerende auto's gekocht. Nergens ter wereld rijden er nu zoveel bepantserde privévoertuigen rond: minstens 180.000. Twee daarvan zijn van zakenman Pedro Grecco, uit miljoenenstad São Paulo. "Ik liet eerst mijn eigen auto bepantseren, daarna die van mijn echtgenote."[3]
- Het woord bepantseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Remco Andringa“'Ik ben volgens Astrid een beest, maar het omgekeerde is waar'” (Maandag 5 februari 2018, 18:31), NOS
- ↑ Weblink bron Marc Bessems“Big business in Brazilië: auto's omtoveren tot kogelwerende vesting” (Woensdag 27 september 2017, 13:32), NOS