bepantserde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bepantserde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·pant·ser·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bepantseren |
bepantserde
- enkelvoud verleden tijd van bepantseren
- Ik bepantserde.
- Jij bepantserde.
- Hij, zij, het bepantserde.
- Ik bepantserde.