Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·oor·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beoordelaar beoordelaars
beoordelaren
verkleinwoord beoordelaartje beoordelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de beoordelaarm

  1. een persoon die toeziet op de afhandeling van bijvoorbeeld een conflict, en de situatie/personen zijn of haar oordeel geeft
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be