benodigdheid
- Geluid: benodigdheid (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈnodəxthɛit / (4 lettergrepen)
- be·no·digd·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benodigdheid | benodigdheden |
verkleinwoord | benodigdheidje | benodigdheidjes |
de benodigdheid v
- dat wat voor een bepaald doel nodig is
- Het schaakbord als benodigdheid voor een ingewikkeld spel is het symbool voor de moeizame arbeid van zijn vader. [2]
- Dit woord wordt meestal in het meervoud gebruikt.
- Het woord benodigdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.