Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·nen·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen benenloos
verbogen benenloze

Bijvoeglijk naamwoord

  1. benenloos
  2. verouderde spelling of vorm van beneloos tot 2006
    • (…) - ben alleen ‘Benenloos in Benares’, zou Aldous Huxley zeggen. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen