• be·merkt
  • vervoeging van bemerken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
bemerken

bemerkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemerken
    • Jij bemerkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bemerken
    • Hij bemerkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bemerken
    • Bemerkt! 
     Wat bedoel je met de “conservatieve” bestemmingen? De all-inclusive aanval gold toch voor alle landen? Perry knikte enthousiast. Als een leraar die bemerkt dat zijn stof wordt opgepikt.[1]
vervoeging van: bemerken…
verbogen vorm: bemerkte

bemerkt

  1. voltooid deelwoord van bemerken