Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bel·den rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondbellen

belden (...) rond

  1. meervoud verleden tijd van rondbellen
    • Wij belden rond. 
    • Jullie belden rond. 
    • Zij belden rond. 

Gangbaarheid