belden
- bel·den
vervoeging van |
---|
bellen |
belden
- meervoud verleden tijd van bellen
- Wij belden.
- Jullie belden.
- Zij belden.
- Wij belden.
- Het woord belden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.