belastingtegenvaller

  • be·las·ting·te·gen·val·ler
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingtegenvaller belastingtegenvallers
verkleinwoord

de belastingtegenvallerm

  1. minder belastingopbrengsten dan men had verwacht in de begroting
     Het kabinet houdt er rekening mee dat er de komende jaren een belastingtegenvaller van 6 miljard euro kan ontstaan doordat een deel van de bedrijven geen belasting meer kan betalen wegens faillissement.[1]
     Grote belastingtegenvaller voor Belgische regering[2]


  1.   Weblink bron “Kabinet rekent op belastingtegenvaller van 6 miljard euro door faillissementen” (Vrijdag 13 mei 2022, 11:52), NOS
  2.   Weblink bron “Grote belastingtegenvaller voor Belgische regering” (Donderdag 8 oktober 2015, 10:49), NOS