belastingopbrengst
- be·las·ting·op·brengst
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belastingopbrengst | belastingopbrengsten |
verkleinwoord |
de belastingopbrengst v
- geld dat de overheid ontvangt via de belastingen
- ▸ - Vrijkomen beklemd vermogen (oudedagsvoorzieningen en ontslagvergoedingen die fiscaal aantrekkelijk in bv's zitten) moet 1 miljard euro belastingopbrengst opleveren[2]
- ▸ Itta erkent dat de olieboringen altijd een dilemma zijn geweest. Alaska kan niet zonder olie: 90 procent van de belastingopbrengst komt van de olie-industrie. Overal in de staat zit olie, overal liggen pijpleidingen. Maar offshore boren is iets anders, zegt Itta. Het is een worsteling. Hij gelooft Shell heus wel als ze zeggen dat ze alles in het werk stellen om veilig te kunnen boren. En ja, als er een bedrijf is dat het kan, dan is dat Shell. Itta maakte een ontwikkeling door: van over my dead body, via "wat als het misgaat?", naar - toen het vermijdelijke onvermijdelijk was geworden - een soort onrustige berusting.[3]
- Het woord belastingopbrengst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Belangrijkste punten akkoord” (Vrijdag 11 oktober 2013, 20:05), NOS
- ↑ Weblink bron “De eskimo en de olieman” (Vrijdag 22 juni 2012, 09:52), NOS