Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bei·der·lei
Woordherkomst en -opbouw

Onbepaald voornaamwoord

beiderlei

  1. alle twee de soorten, elk van de twee typen
Typische woordcombinaties
  • van beiderlei kunne
zowel mannen als vrouwen

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen