• be·gro·tings·de·bat
enkelvoud meervoud
naamwoord begrotingsdebat begrotingsdebatten
verkleinwoord begrotingsdebatje begrotingsdebatjes

het begrotingsdebato

  1. (politiek) discussie over de invulling van de uitgaven van een overheid
     In Ierland stapt coalitiepartner Green Party na het begrotingsdebat van 7 december uit de regering. Die verliest dan haar meerderheid. De partij wacht met het verlaten van de coalitie omdat ze in het belang van Ierland eerst nog de begroting voor 2011 wil goedkeuren.[2]
     Zo had het begrotingsdebat vooral veel weg van een verkiezingsdebat. Labour wil fors bezuinigen, maar nog niet dit jaar om het herstel van de economie vrij zwak is. De Tories willen meteen het mes in de overheidsuitgaven zetten. Labour beschuldigt de Conservatieven van onverantwoordelijk beleid. De Conservatieven beschuldigen hun tegenstanders ervan te soft te zijn.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Green Party wil uit Ierse regering” (Maandag 22 november 2010, 17:04), NOS
  3.   Weblink bron “Labour-regering presenteert laatste begroting” (Woensdag 24 maart 2010, 17:05), NOS