Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gin·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beginwaarde beginwaardes
beginwaarden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beginwaardev

  1. de waarde van iets in geld uitgedrukt waar het bieden op een veiling begint
     Ook nu komt het doek in Zwitserse handen, meldt het Berlijnse veilinghuis Grisebach. Verdere details over de koper zijn niet bekendgemaakt. De veiling begon met een beginwaarde van 13 miljoen euro en het eindbod kwam ruim drie minuten later.[1]
  2. waarde van een meting aan het begin van een proces

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Amsterdams' zelfportret Max Beckmann geveild voor recordbedrag” (Vrijdag 2 december, 03:32), NOS