• be·ge·lei·dend
vervoeging van: begeleiden
verbogen vorm: begeleidende

begeleidend

  1. onvoltooid deelwoord van begeleiden
stellend
onverbogen begeleidend
verbogen begeleidende
partitief begeleidends

begeleidend

  1. vergezellend, ergens bijgesloten zijnd
    • Hoe deze computer werkt kunt u in de begeleidende gebruiksaanwijzing lezen. 
    • Het produceren van zichtbaar licht is een begeleidend verschijnsel van het warmer worden van een gloeidraad. 
     De miniatuursymbolen aan haar halsketting zorgden voor een begeleidend klokkenspel van bescheiden aard.[1]
     Want er waren geen begeleidende verwijten bij de beelden die ze nu voor zich zag.[1]