Nederlands

 
kaaimansnoek (Lepisosteus osseus)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • been·ga·no·i·den
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beenganoïden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beenganoïdenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beenganoïde
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een infraklasse Holostei   van Oost-Amerikaanse vissen met een sterk verbeend skelet en een soort emaillelaag op de schubben. Zij zijn een infraklasse binnen de klasse van straalvinnigen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie