beduimen
- be·dui·men
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beduimen |
beduimde |
beduimd |
zwak -d | volledig |
beduimen
- overgankelijk met de duim aanraken
- "Ik vraag: waarom die menschen zich aan kunst vergrijpen, waarom ze deze willen kneeden en beduimen als 'n deegje, dat ze bakken tot 'n smakelijk proletarisch-kunst-krenten-brood (...)" [2]
- overgankelijk door aanraking besmeuren
- Deze prent is licht beduimd aan de rand.
- overgankelijk webpagina's van een positieve waardering voorzien (waarbij het symbool van een opgestoken duim wordt gebruikt)
- Heb je onze oproep al beduimd?
- [2] beduimelen
- [3] liken
- Het woord 'beduimen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Noorden, G. vanOver Proletarische Kunst. p. 448; geraadpleegd 2014-05-20