bedrijfspraktijk
- be·drijfs·prak·tijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfspraktijk | bedrijfspraktijken |
verkleinwoord |
- de manier waarop men in de praktijk werkt
- ▸ Adema zei na afloop van het kabinetsberaad dat hij bij het uitvoeren van de eerdere wensen van de Europese Commissie wilde "aansluiten bij de agrarische bedrijfspraktijk en daarbij een inschatting had gemaakt" hoe dat dan moest. Hij benadrukte dat hij daarbij ook rekening had gehouden met de wensen van de Tweede Kamer.[1]
- Het woord 'bedrijfspraktijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Strengere mestmaatregelen al vanaf 1 maart geldig, niet vanaf volgend jaar” (Vrijdag 20 januari 2023, 14:37), NOS