bedrijfspoedel
- be·drijfs·poe·del
- samenstelling van bedrijf en poedel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfspoedel | bedrijfspoedels |
verkleinwoord | bedrijfspoedeltje | bedrijfspoedeltjes |
de bedrijfspoedel m
- (scheldwoord) scheldwoord voor iemand die slaafs anderen naloopt
- Geert Wilders vindt dat Job Cohen aan de lijn loopt van premier Rutte. ‘Bedrijfspoedel’ leek hem een rake kwalificatie. Maar daarmee doet hij het wollige hondje tekort, vindt Sacha Gaus. “Juist een poedel durft commando’s te weigeren”[1]
- ▸ Bij het Jesse-bashen, noteert Ton den Boom in zijn taalrubriek in Trouw, vielen nogal wat woorden uit het zelfde woordveld: 'gedraai', 'zwalkend optreden', 'onverwachte wending', 'draai', 'gezwabber'. Klaver werd, kortom, wispelturig gevonden. En: 'Wie wispelturig heet te zijn, is niet geschikt als bedrijfspoedel van Rutte.'[2]
- Het woord bedrijfspoedel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC Steven de Jong 23 september 2011
- ↑ Weblink bron Marjolijn de Cocq“Zit de Jessias straks met zijn lekkere kontje in de Kamer” (16 juni 2017), Het Parool