Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bed·ge·heim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedgeheim bedgeheimen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bedgeheim o [1]

  1. geheimen over iemands seksleven
    • Prince deelde ook zijn bedgeheimen met Snoop. "Hij was de eerste die ons vertelde wat een trio was. Wij wisten van niets", aldus de dankbare Snoop.[2] 
    • Een paar uur nadat Kloé Kardashian een boekje open deed over haar seksleven, gaf ook zus Kim een paar van haar bedgeheimen prijs.[3] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen