bedelde af
- Geluid: bedelde af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbedəldə ˈɑf / (4 lettergrepen)
- be·del·de af
vervoeging van |
---|
afbedelen |
bedelde (…) af
- enkelvoud verleden tijd van afbedelen
- Ik bedelde af.
- Jij bedelde af.
- Hij, zij, het bedelde af.
- Ik bedelde af.
- Het woord bedelde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.