afbedelen
- af·be·de·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afbedelen |
bedelde af |
afgebedeld |
zwak -d | volledig |
afbedelen [1]
- overgankelijk door te bedelen verkrijgen
- Het woord afbedelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afbedelen" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be