beddentekort
- bed·den·te·kort
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beddentekort | |
verkleinwoord |
het beddentekort o
- een gebrek aan slaapplaatsen
- ▸ Noodplan voor beddentekort asielopvang: dit weekend 300 extra plekken[1]
- (medisch) een gebrek aan ziekenhuisbedden waarin patiënten kunnen worden verpleegd
- ▸ Minister Van Rijn voor Medische Zorg ziet niets in het voorstel van artsen en specialisten om bij een beddentekort op de intensive care in het uiterste geval jonge mensen voor te laten gaan op ouderen. "Iedereen moet evenveel kans maken op levensreddende zorg", zegt Van Rijn. Hij sluit niet uit dat het kabinet met een wetswijziging zal voorkomen dat het zover komt.[2]
- ▸ Draaiboek voor beddentekort IC: jong gaat uiteindelijk voor oud[3]
- Het woord 'beddentekort' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Noodplan voor beddentekort asielopvang: dit weekend 300 extra plekken” (17/6/2022), NOS
- ↑ Weblink bron “Van Rijn: geen leeftijdselectie bij plaatsgebrek op IC” (16-06-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Draaiboek voor beddentekort IC: jong gaat uiteindelijk voor oud” (16-06-2020), NOS