• be·byg·ge
  • Afkomstig van het Noorse werkwoord bygge met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 1516
vervoeging
onbepaalde wijs bebygge bebygge
tegenwoordige tijd bebygger bebygger
verleden tijd bebygget bebygde
voltooid
deelwoord
bebygget bebygd
onvoltooid
deelwoord
bebyggende bebyggende
lijdende vorm bebygges bebygges
gebiedende wijs bebygg bebygg
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 3 zwak
opmerking optioneel optioneel

bebygge

  1. overgankelijk bebouwen
    «Formålet med selskapet er å bebygge tomten med eksklusive leiligheter for salg i det åpne market.»
    Het doel van het bedrijf is het perceel te bebouwen met exclusieve appartementen voor de verkoop in de open markt.
  2. overgankelijk aanbouwen, uitbouwen, verbouwen