beatjuggelen
- beat·jug·ge·len
- van het Engels, samenstelling van beat en juggelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beatjuggelen |
beatjuggelde |
gebeatjuggeld |
zwak -d | volledig |
beatjuggelen
- (muziek) overgankelijk twee of meer geluidsmonsters manipuleren om een unieke compositie te scheppen met behulp van meer dan een draaitafel en een of meer mixers
- Ook zo lekker gebeatjuggeld gisteravond?
- Het woord 'beatjuggelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.