Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beat·jug·gel·de

Werkwoord

vervoeging van
beatjuggelen

beatjuggelde

  1. enkelvoud verleden tijd van beatjuggelen
    • Ik beatjuggelde. 
    • Jij beatjuggelde. 
    • Hij, zij, het beatjuggelde.