bazuinen
- ba·zui·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bazuinen |
bazuinde |
gebazuind |
zwak -d | volledig |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
bazuinen
- overgankelijk met veel geschal verkondigen
- ▸ Er zijn volgens de hoogleraar ook snelle oplossingen: "China zou meer Amerikaanse olie kunnen kopen en het vervolgens aan anderen kunnen verkopen. Dit zou geen groot verschil maken, behalve misschien een lichte stijging van de transactiekosten. Maar Trump kan dan wel bazuinen dat hij het bilaterale handelstekort heeft geëlimineerd".[3]
de bazuinen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bazuin
- ▸ Toen deze bazuinen geblazen werden storten de muren van Jericho ineen en kon Israël het beloofde land binnengaan.[4]
- Het woord bazuinen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bazuinen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bazuinen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “'VS dreigt handelsoorlog met China te verliezen'” (2 augustus 2018) op nu.nl
- ↑ Weblink bron “Joods monument onthuld bij Spoorwegmuseum in Utrecht” (29 oktober 2015) op nu.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be