• ba·sis·in·gre·di·ent
enkelvoud meervoud
naamwoord basisingrediënt basisingrediënten
verkleinwoord

het basisingrediënto

  1. (voeding) (kookkunst) belangrijkste bestanddeel (om iets te maken of te koken)
     Opnieuw is er in Colombia een recordhoeveelheid coca verbouwd. Net als in 2016 waren er in 2017 nog nooit zo veel hectaren aan het basisingrediënt voor cocaïne, blijkt uit een nieuw VN-rapport. Hoe kan dat?[1]
     De eiwitten en vetten die overblijven, worden vervolgens verwerkt in etenswaren. "Het gaat dus niet om een krekel met dipsaus, maar echt om een basisingrediënt. Nu zitten er bijvoorbeeld al van die eiwitten in roze koeken." En het kan in allerlei producten worden gebruikt. Sommige supermarkten verkopen ook insectenburgers.[2]


  1.   Weblink bron
    Paulus Houthuijs
    “Vrede met de FARC maakt weg vrij voor drugsbendes in Colombia” (Donderdag 20 september 2018, 21:40), NOS
  2.   Weblink bron “Minder vlees - maar wat dan wel?” (Dinsdag 24 januari 2017, 18:34), NOS