• bar·plas·sen

barplassen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
barplassen


onvolledig
  1. urineren tegen een bar in een café
     Barplassen komt vooral voor onder studenten van verenigingen en andere veeldrinkers, maar alleen als het druk is. 'In een drukke, smerige kroeg waar overal bier ligt, heb ik geen bezwaar. Wat je uitplast, is toch vooral bier', aldus een anonieme Rotterdammer.[1]


  1.   Weblink bron “Barplassen in bij Nederlandse studenten” (03/06/2009), De Standaard