Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bar·be·cue·pak·ket
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord barbecuepakket barbecuepakketten
verkleinwoord barbecuepakketje barbecuepakketjes

Zelfstandig naamwoord

het barbecuepakketo

  1. (voeding) verpakking met verschillende soorten vlees in porties die zo geroosterd kunnen worden, afgestemd op een bepaald aantal eters
Schrijfwijzen

Gangbaarheid