bapao
  • ba·pao
  • uit het Chinees [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bapao bapaos
bapao's
verkleinwoord

de bapaom

  1. (voeding) gestoomd broodje met een vulling dat zijn oorsprong vindt in de Chinese keuken
     "Twee grizzlies, een bami, pikanto, twee Jos Brinkies, een sitostick, broodje warm vlees, viandel, grote portie kipnuggets en twee broodjes bapao." De snackbar in Maaskantje werd met dit soort scènes uit de serie en films van New Kids bekend[2]
     Wat volgens hem wel werkt, is het combineren van iets hartigs met een zoete oliebol. ,,Over de hele wereld heb je vergelijkbare gerechten", legt hij uit. ,,In Zuid-Afrika wordt een oliebol als een soort bapao gegeten met kip, rund of zalm erin.”[3]
  1. bapao op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “New Kids-snackbar uit Maaskantje niet in Openluchtmuseum” (15-01-2020), NOS
  3.   Weblink bron
    Sanne Meijer
    “Variëren met je oliebol? Uiteindelijk grijpen we terug op de gewone bol met krenten” (31-12-2020), Tubantia