bantoeïstiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bantoeïstiek (hulp, bestand)
- IPA: / ˌbɑntuwɪsˈtik / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ban·toe·is·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans bantuistique, op te vatten als afgeleid van bantoeïst met het achtervoegsel -iek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bantoeïstiek | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bantoeïstiek v
- (taalkunde) studie van de Bantoetalen, de taalfamilie waar de meest gesproken talen in de zuidelijke helft van Afrika toe behoren
- ▸ Promotor was dr. A. E. Meeussen, buitengewoon hoogleraar in de bantoeïstiek.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bantoeïstiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Promoties” (5 februari 1971) op nrc.nl